In mijn vorige blog schreef ik over je niet thuis voelen: niet in je ene cultuur/land, en ook niet in je andere. En over dat je een mix bent geworden van beide. Onlangs sprak ik iemand die me hier een concreet inkijkje in gaf. Ik vond het een inspirerend voorbeeld, juist vanwege de eenvoud.
Ik sprak een man, afkomstig uit Israël. We raken aan de praat over de begroetingen in Nederland. Hij schetst mij zijn observaties: in Nederland geven we elkaar een hand. In contact met bekenden geven we ‘de’ drie zoenen. Het is zo anders dan in zijn land, waar mensen zich veel fysieker uiten: het lijf mag daar gewoon meedoen in het onderlinge contact.
Boeiend om van iemand die niet afkomstig is van hier, te horen over dit verschil. Het werpt een verse blik op mijn ‘normaal’. Ons begroetingsritueel komt op hem stijf en geprotocolleerd over. Als afstandelijk en formeel. De hand is in zijn beleving ‘een begroeting op armlengte afstand’. Het voelt kaal: hij mist iets waar hij zijn relaties kleur mee kan geven.
Maar hoe langer hij hier is, hoe meer hij gaat zien dat er nuances zijn. Dat de ene hand de andere niet is: er is variatie in de stevigheid of duur van de hand. En het blijkt niet alleen die hand te zijn. Er is ook de blik bíj die hand waar sommige Nederlanders wat mee doen. Sommige mensen geven soms nog een schouderklopje. Deze ontdekkingen geven hem ruimte iets van zichzelf in de begroeting te leggen. En zo de niet-fysieke begroeting hier voor hem veelzeggender te maken.
Zo ontwikkelde hij een eigen manier van begroeten. Aan de buitenkant ziet het er gewoon uit. Aan de binnenkant -voor hemzelf- is het een cocktail van zijn twee culturen. Hij zocht naar een menging, tot de smaak goed was voor hem. Zijn tevredenheid hierover is voelbaar. Soms begroet hij zelfs met een omhelzing. Door zijn open en respectvolle houding voelt hij aan wanneer daar ruimte voor is.
Een wel heel eenvoudig voorbeeld, denk je misschien. Het is maar een kleine beweging die je maakt: je handdruk wat aanpassen, net wat anders kijken. De betekenis voor hem is echter níet klein. Want wat als je je warmte niet kwijt kunt in je contacten? En wat hij al met al dóet, is ook niet klein.
Wat mij opviel was zijn onderzoekende houding. Hij legde de Nederlandse manier niet naast zich neer als ‘stom’ en ‘daar kan ik niets mee’. Door deze open houding naar zijn omgeving kon hij na enige tijd nuances ontdekken. Iets wat hij ook deed was open blijven staan voor zichzelf. Zijn eigen manier zette hij niet overboord: ‘Daar heb ik hier toch niets aan’. Zo kon hij na enige tijd ontdekken dat hij hier toch iets van zijn andere cultuur kwijt kon.
Ik vond dit een mooi voorbeeld van het mengen van twee culturen: een persoonlijke cocktail.
Hoe vergaat het jou met het samenstellen van jóuw cocktails? Ik ben er benieuwd naar! Ik zou het leuk vinden een berichtje van je te ontvangen.