Er zit een energieke man van eind zestig tegenover me. Hij is opgegroeid in Nederland en geboren in Indonesië. Sinds kort beseft hij dat hij dubbele roots heeft. Hij wil het effect hiervan op wie hij is geworden met me onderzoeken. De uitkomst gaat hem verrassen. Kijk je mee?
Betrokken
Deze man heeft duidelijk hart voor anderen. Zo was hij maatschappelijk werker en begeleidde hij als vrijwilliger mensen in hun struggles. Ook zijn vrienden en familie weten de weg naar hem te vinden als zij met iets zitten. Het geeft hem veel voldoening om van betekenis te zijn voor anderen. “Het is voor mij vaak een kleine moeite iemand te helpen. Anderen vinden me altijd zo praktisch”.
Maar ook zegt hij: “Mijn agenda is eigenlijk té vol. Dingen voor mijzelf komen in het gedrang”.
Hoe was zijn leven vroeger thuis?
“Indië was om ons heen. In ons Nederlandse huis stonden prachtige houten beelden, batik en hutkoffers. In hoe het rook, in wat we aten. Indisch eten vond ik heerlijk. Ik ben blij dat ik dat heb meegekregen. Mijn ouders spraken geregeld Maleis met elkaar”.
“Mijn moeder was lief, maar ook wisselvallig… Zomaar was daar weer die blik in haar ogen. Dan wist ik hoe laat het was”. Die blik werd omgeven door stilte, en af en toe een verzuchting over Indië of Holland. “Ver weg, voelde ze dan. Alsof ze in een andere wereld zat”.
Stilte
Als we daarover doorpraten, voelt hij nog het ongemak erbij. “Het was verboden om vragen over te stellen. Dat kwam niet in me op”. Wat hij wél door had, was dat zijn moeder ongelukkig was in Nederland. “Dat was duidelijk in haar verzuchten over Indië en haar klagen met andere Indische mensen over ‘die Hollanders’.
Aanpakken
De man die tegenover me zit probeerde steeds de sfeer thuis zo leuk mogelijk te maken. Als zijn zusje met iets zat, was híj het die haar hielp of opbeurde. Zo stond hij niet alleen in het gezin, maar ook in de rest van de familie bekend als iemand die dingen voor elkaar kreeg. Het ‘zonnetje in huis’, hoorde hij vaker.
En ook herinnert hij zich dat hij probeerde om niet lastig te zijn voor zijn moeder; hij probeerde te doen wat zíj fijn vond. Zijn blik keert zich naar binnen, zijn stem daalt. “Maar wát ik ook deed: die ogen bleven somber en ver weg…. Het was nooit goed genoeg”.
Grenzeloos
Het besef daalt in hoe deze beelden in hem zijn gekropen: dat het nodig was om ‘het zonnetje in huis’ te zijn, maar ook dat het ‘nooit goed genoeg’ is. Hij ziet in dat hij altijd een keiharde werker was; altijd bezig met anderen.
Nu ziet hij, voelt hij “hoezeer ik geen aandacht geef aan wat ik zélf nodig heb. Nog steeds niet. En dat dit alles te maken heeft met de heimwee van mijn moeder”.
Een nieuw spoor
De man voelt nieuwe ruimte om vanuit zichzélf zich in te zetten voor anderen. Hij leert zijn eigen behoeftes kennen, voorbij schuldgevoelens die de kop op kunnen steken. En tegelijk oefent hij om problemen van anderen bij hén te laten. Hij ontdekt een nieuwe vreugde: de vreugde van samen-leven.
Misschien herken jij iets van de worsteling met het migratieverhaal van je ouders. Wees welkom om hier met me over te praten. Een kennismakingsgesprek is kosteloos en vrijblijvend. Neem hier contact op.