Het huis van mijn Indische grootouders: als kind dacht ik er niet bij na dat daar een hele andere sfeer hing dan in ‘normale’ Nederlandse huizen. Nu ik me bezighoud met ‘leven tussen culturen’, realiseer ik me dat hun huis en zoals zij daar samen woonden, veelzeggend was. Zonder dat ze daar woorden aan gaven.

Het huis van mijn grootouders stond vol ‘andere’ spullen: houtsnijwerk, orchideeën, Indische prents. Die inrichting creëerde al een andere sfeer. Maar dan mijn grootouders zelf. Mijn grootmoeder die dienend was en voornamelijk in de keuken stond. Mijn grootvader, die een eigen vaste plek had: in zijn grote stoel. Of aan de eettafel zat, die centraal in de woonkamer stond, om voor mijn grootmoeder harde stukjes uit de rijst te schiften. Heel scherp nog zie ik ze samen aan die tafel koffie toebroek drinken. Altijd uit dezelfde twee mokken (waar ik altijd van dacht dat ze van ivoor waren). En waarbij mijn grootmoeder altijd de melkvelletjes (met haar vingers) uit beide mokken viste en op at. Ze zaten daar samen, heel harmonieus.

Iets anders dat in het oog sprong, waren de hutkoffers. Van die doorleefde, verweerde dingen. Ze stonden verspreid over een aantal slaapkamers. Dat moest wel, want er zaten forse exemplaren tussen. Ze stonden er als volstrekt vanzelfsprekend en als vast onderdeel van de inboedel. Ze kwamen uit Indië, dat wist ik. Voor mij als kind was het een ‘teken’ van een verhuizing die ‘ooit’ had plaatsgevonden. Een soort levende aanwijzing. Mijn gedachten gingen toen niet verder dan dat.Stille getuigen

Nu ik terugkijk vallen me andere dingen op. Ik realiseer me nu dat mijn grootouders weinig woorden gebruikten. Naar elkaar, maar ook naar ons als kleinkinderen. Ze vertelden weinig over Indië. Ja, af en toe een verhaal over jagen op wilde zwijnen. Over het lekkere eten, de vrijheid. Het waren de mooie verhalen. Zelf zou ik beslist méér verteld hebben. Maar dat deden zij niet. Ze zwegen. Ze waren heel lief en we waren er zeer welkom, maar er bleef voor mij iets mysterieus over hun verleden.

Welk verleden deelden zij, waar wij geen idee van hadden? Gaf dat zwijgen erover niet juist aan dát ze een verhaal met zich meedroegen? Anders vertel je er toch meer over, zeker aan je kleinkinderen? Hetzelfde geldt voor de hutkoffers: wat zegt het dat daar niet een aantal van werd opgeruimd?

Dit is zoals zij het toen deden: zwijgen te midden van. Wat ik inmiddels weet, is dat hier een reden voor was. Het was iets dat veel Indo’s deden: Indië vergeten, het leven hier opbouwen. Hierin speelde een combinatie van factoren mee. Mocht je meer willen horen: ik vertel erover in een lezing. Zelf vond ik het fascinerend om het verband te ontdekken tussen geschiedenis, cultuur en gedrag.

Wat zijn jóuw ervaringen met zwijgen te midden van?